Het UNESCO Framework for Culture and Arts Education (2024) is een gloednieuw kader dat het belang van kunst- en cultuureducatie benadrukt, en dat op wereldniveau. Het kader koppelt kunst- en cultuureducatie aan een resem maatschappelijke uitdagingen zoals digitale transformatie, klimaatverandering, toenemende ongelijkheid, superdiversiteit, enzovoort. Om die uitdagingen aan te kunnen is een investering nodig in culturele vaardigheden en moet educatie worden herdacht.

Wat ging aan deze tekst vooraf?

UNESCO heeft sinds haar oprichting veel belang gehecht aan kunst- en cultuureducatie en organiseerde daar in 2006 en 2010 twee wereldconferenties over. De resultaten van deze bijeenkomsten zijn nog steeds een leidraad voor beleidsmedewerkers in kunst- en cultuureducatie:

  • De Lisbon Roadmap for Arts Education (2006) benadrukt dat kunst- en cultuureducatie een belangrijke motor is om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Het document is een begin - een routekaart - maar biedt weinig concrete handvatten om mee aan de slag te gaan.

  • De Seoul Agenda: Goals for the Development of Arts Education (2010) formuleert doelstellingen die de Lisbon Roadmap aanvullen. Door in te zetten op kwaliteitsvolle kunst- en cultuureducatie kan het onderwijs evolueren en bijdragen aan het omgaan met sociale en culturele uitdagingen.

Met een samenleving die snel verandert, bleek er na tien jaar behoefte aan een nieuw kader voor educatieve en beleidsmedewerkers over de hele wereld. Na een lang proces van wereldwijde bevragingen, vergaderingen met experts en dialoog met diverse stakeholders werd uiteindelijk een eerste ontwerp ontwikkeld voor een nieuwe tekst. Na feedback door de lidstaten werd in februari 2024 het eindresultaat goedgekeurd tijdens de wereldconferentie in Abu Dhabi.

Het UNESCO kader in een notendop

De tekst valt uiteen in ‘principes’ - waarden zeg maar - en concretere doelstellingen.

De 6 principes waaraan kunst- en cultuureducatie moet voldoen zijn de volgende:
  1. toegankelijk zijn voor iedereen en het individuele en maatschappelijke welzijn bevorderen.
  2. mensenrechten onderschrijven
  3. gendergelijkheid bevorderen
  4. culturele diversiteit omarmen
  5. co-creatie en betekenisvolle participatie bevorderen
  6. levenslang leren stimuleren
(c) François De Heel
De 5 doelstellingen voor kunst- en cultuureducatie zijn als volgt samen te vatten:

1. Toegankelijkheid, inclusie & gelijkheid - Het kader benadrukt het belang van drempelverlagend werken, zowel fysiek als inhoudelijk. Enerzijds gaat het om gelijke toegang tot culturele infrastructuur, zodat iedereen kan deelnemen. Anderzijds benadrukt het kader de noodzaak tot inclusieve cultuureducatie. Die hoort democratisch, gedekoloniseerd en vrij van stereotypen te zijn.

2. Contextueel, kwalitatief & levenslang leren - Jong geleerd, oud gedaan! Het kader benadrukt het belang van kunst en cultuur in het onderwijs vanaf de vroege kinderjaren, met speciale aandacht voor lokale kennis. Het UNESCO-kader pleit voor plaatsgebonden, levenslang en intergenerationeel leren.

3. Culturele diversiteit & kritische betrokkenheid - Kunst- en cultuureducatie stimuleert zelfexpressie en de omgang met een diversiteit aan identiteiten. Het is een middel om kritisch te kijken naar cultuur en naar de bredere samenleving.

4. 21st century skills stimuleren - Kunst- en cultuureducatie kan worden ingezet om leesplezier te bevorderen of creativiteit en innovatie te stimuleren, door het bijvoorbeeld te integreren in burgerschapsvorming of in wetenschap (STEAM). Het versterkt de veerkracht van kinderen en jongeren zodat ze beter kunnen omgaan met onzekerheden en veranderingen in de toekomst.

5. Waarderen en verankeren van kunst- en cultuureducatie - UNESCO wil kunst- en cultuureducatie verankeren als een belangrijke motor voor de ontwikkeling van het kind en de verbetering van de onderwijskwaliteit. Dit door het een prominente plaats te geven in het onderwijscurriculum, de specifieke expertise van cultuureducatoren te erkennen en de intrinsieke waarde van kunst en cultuur te waarderen.

Wat is de rol van het onderwijs in dit kader?

Het kader haalt het meerdere keren aan: kunst en cultuur moeten meer centraal staan in het onderwijsbeleid en -curriculum. Ook de opleiding en bijscholing van leerkrachten en educatoren moeten hieraan (meer) aandacht geven. UNESCO gelooft sterk dat de leerervaring wordt verdiept door de samenwerking tussen formele leeromgevingen (zoals scholen) en niet-formele leeromgevingen (zoals culturele organisaties). Om dit mogelijk te maken, zijn sterke relaties tussen de onderwijs- en cultuursector noodzakelijk, en dit op verschillende niveaus:

  • Op microniveau - tussen leerkrachten en cultuureducatoren

  • Op mesoniveau - tussen scholen en cultuurorganisaties

  • Op macroniveau - tussen onderwijs- en cultuurbeleid

Op macroniveau is er alvast een sterke drive om dit te doen. “We willen bij het Departement CJM (nog) intensiever samenwerken met collega’s van het Departement Onderwijs & Vorming, en met Franstalige collega’s. Een verwijzing naar het UNESCO-kader geeft de nodige kracht om cultuureducatie hoog op de politieke agenda te plaatsen”, zo vertelt Veerle Keuppens, beleidsmedewerker Cultuureducatie bij het Departement CJM.

(c) Selma Gurbuz - Z33

Hoe kan de cultuureducatieve sector met deze tekst aan de slag?

Geert Vandermeersche, onderzoeker kunst- en cultuureducatie bij BILD (VUB) en Tobias Frenssen, hoofd van het expertisecentrum Education & Development (UCLL), hebben daar interessante inzichten over te delen:

Vandermeersche: "Je merkt meteen bij het lezen dat UNESCO de nadruk legt op de maatschappelijke meerwaarde van kunst- en cultuureducatie. De tekst keert zich af van een art-for-arts-sake-discours en benadrukt de waarde van cultuureducatie ten dienste van de samenleving." Frenssen voegt toe: "Het kader wil dan ook een agenda zetten. Enerzijds richt het zich op beleidsmakers die direct het beleid bepalen. Anderzijds gelooft UNESCO dat praktijkwerkers door hun manier van werken op hun beurt de agenda beïnvloeden. Als je de tekst doorneemt, merk je meteen dat die op beide niveaus werkt." Frenssen: "Het UNESCO-kader geeft cultuureducatoren de nodige terminologie en argumenten om hun standpunten krachtig te verwoorden."

Vandermeersche gaat daarop verder: "Neem daarom de tekst door, organiseer een werksessie met collega’s en toets het kader af aan de eigen werking. Waarin herken je jezelf als organisatie? Waarop zet je al in? Met welke concepten uit de tekst voel je wrijving of afstand? Welke terminologie uit de tekst zou je kunnen gebruiken om eigen projecten krachtiger te maken? Zo’n reflectie kan helpen om de eigen praktijk te versterken en het in te bedden in de bredere visie van UNESCO."

Wil je (nog) meer weten over het UNESCO-kader?

Lees ook:

Onderzoek

Een tweede veldtekening cultuureducatie: een terug- en vooruitblik

16 dec. 2021

In opdracht van het Departement Cultuur, Jeugd, Media onderzochten Lode Vermeersch en Nele Havermans (HIVA) in 20-21 de praktijk van gesubsidieerde cultuur- en jeugdorganisaties in het cultuureducatieve veld, hun beleid en visie hierop en het overheidsbeleid rond cultuureducatie.

Meer lezen
Kennisdossier

Leeswijzer Uit de Schaduw

20 jan. 2020

Een handig overzicht van alle artikels uit de publicatie 'Uit de Schaduw: de ontwikkeling van kunst- en cultuureducatie in de vrije tijd in Vlaanderen', samengesteld door Jan Staes en Tijl Bossuyt in opdracht van publiq in 2020.

Meer lezen
Kennisdossier

Iedereen publiek? 20 jaar collectieve vrijetijdsmarketing en daarvoorbij

15 dec. 2022

Deze publicatie toont aan de hand van twaalf inzichtelijke en persoonlijke verhalen op welke manier publiq aanbod en publiek(en), maar ook talloze partners uit het brede cultuur- en vrijetijdsveld met elkaar verbindt.

Naar de download